Ter promotie van de open dagen van middelbare scholen, verschijnen in het straatbeeld posters met kreten als ‘Kies voor talent’ en ‘Talent in ontwikkeling’. Die nadruk op talent moet leerlingen en vooral ook ouders het gevoel geven dat deze school de perfecte plek is. Maar ‘talent’ wordt vaak verward met ‘competent’.
De afgelopen jaren heb ik veel beleids- en werkplannen van scholen gezien. Regelmatig worden de kunstvakken aangewezen als dé plek voor talentontwikkeling en gerechtvaardigd met citaten als: ‘Theater, dans, muziek en beeldende vakken geven ruimte aan talent. Dat is heel fijn voor leerlingen naast vakken als taal en rekenen. Je ziet leerlingen opbloeien in zo’n theaterles en je ziet een andere kant van ze.’
Is er dan geen talentontwikkeling bij de andere leergebieden? Hoe herken je talent bij een leerling? En wat doe je om talent van een leerling te ontwikkelen?
Kunstvakken vormen een omgeving – een context – waarin leerlingen ander gedrag kunnen (en mogen) laten zien. Soms is een leerling die niet vooruit te branden lijkt, wel gemotiveerd en monteert tot diep in de nacht een film. Een andere leerling springt als eerste op om een scène te spelen. Weer een ander is niet weg te slaan uit het smartlab en weet binnen de kortste keren meer van de 3D-printer dan de docent.
Volgens pedagoog Luk Dewulf is talent afhankelijk van de context. In de juiste context kunnen leerlingen gedrag laten zien dat bij hun talenten past. Dewulf beschrijft verschillende talenten zoals ‘kennisspons, doorzetter, bewuste beweger, zichtbare presteerder, toekomstdenker of groepsdier’. Ieder mens heeft een palet van ongeveer 12 talenten, die hij afhankelijk van de context inzet.
Zo kan tijdens een dansworkshop de ene leerling vooraan gaan staan omdat zij graag wil presteren. Een andere leerling zal dit doen omdat hij het gezellig vindt met z’n vrienden. En weer een ander is blij dat ze mag bewegen na een dag in de schoolbanken. Deze leerlingen blinken uit in dans, en kunnen competent zijn, maar hebben niet per definitie een danstalent. Het is de taak van de docent om dit te herkennen en het onderscheid te maken tussen competent en talent.
Het zal de ‘ontstaansbegrijper’ en ‘woordkunstenaar’ in mij wel zijn, die los gaan op dit soort containerbegrippen.
Meer weten?
‘Ik kies voor mijn talent’ van Luk Dewulf, Peter Beschuyt, Els Pronk
Deze blog verscheen op 14 april 2022 op de website van Kunstzone